Gedrag is vooral afhankelijk van de context en wordt in mindere bepaald door nature en nurture.
In welk gezelschap je ook verkeert er bestaat altijd zoiets als geschreven en ongeschreven regels; er is een systeem waar jij en je gezelschap deel van uitmaken en waarin jullie iets gemeenschappelijk hebben wat jullie verbindt. Binnen je werkomgeving bijvoorbeeld maak je onderdeel uit van een taaksysteem. Met je collega’s heb je gezamenlijke taken en doelen. In zo’n taaksysteem is er sprake van een onder- en een bovenstroom (Jong, 2021). Die bovenstroom is vaak heel duidelijk en helder: je praat met elkaar over taken en doelen en je maakt met elkaar afspraken om deze te behalen binnen de beschikbare tijd. In de onderstroom gebeurt er ontzettend veel meer. Je stapt namelijk als individu in een sociale context waar je in eerste instantie bezig bent met het bepalen van je eigen positie en het overleven in relatie tot je collega’s. In teams die nog niet zo op elkaar zijn afgestemd gaat de individuele energie van jou en je collega’s vaak vooral uit naar jezelf en jouw positie in dit systeem. Het zoeken naar positie zorgt voor een focus op het ‘ik’ en niet op het ‘wij’.
Het gevolg: hoe meer jij en je collega’s gericht zijn op het ‘ik’, hoe minder je als team bezig bent met het behalen van de gezamenlijke doelen.
Moeten we dus inderdaad stoppen met individuele ontwikkeltrajecten? Dat is iets te kort door de bocht natuurlijk geeft dat ook dat heel veel inzicht, maar gedrag is niet alleen maar persoonlijk. Je kunt je pas echt ontwikkelen als je als team leert kijken naar wat er gebeurt, welke invloed je op elkaar uitoefent, welk gevolg dat heeft voor jouw individuele gedrag en wat er nodig is om met elkaar te groeien.
Jong, J. d. (2021). Competente mensen, Incompetente teams, Handboek voor het interveniëren met impact in samenwerking. Amsterdam: Boom.