In de week van 6 tot en met 14 maart werd in de Week van Hoogbegaafdheid het onderwerp hoogbegaafdheid maar weer eens op de agenda gezet. Want hoewel er zo’n 350.000 hoogbegaafden in Nederland leven, roept de term niet bij iedereen positieve gedachten op en nog steeds bestaan er misvattingen en vooroordelen over wat hoogbegaafden wel of niet kunnen en wat ze (in onderwijsland) wel of niet nodig hebben om goed uit de verf te komen.
Kooijman (2008) beschrijft een hoogbegaafde als iemand die een snelle en slimme denker is en die complexe zaken aankan. Een hoogbegaafde is een autonoom, nieuwsgierig, sensitief en emotioneel mens dat heel intens leeft. Om tegemoet te komen aan de manier van denken en leren is er op de basis- en middelbare school steeds meer aandacht hoewel nog steeds mondjesmaat. In het hoger en universitair onderwijs ontbreekt die aandacht. Waarschijnlijk door de misvatting die er bestaat met betrekking tot hun hoge intelligentie. Het idee dat hoogbegaafden met twee vingers in hun neus de studie volgen, afronden en naar alle waarschijnlijkheid er een tweede studie naast volgen is niet de realiteit. Hoogbegaafdheid is één van de vele redenen waardoor studenten uitvallen.
Naar schatting ligt het percentage hoogbegaafden op hogescholen en universiteiten op 10 tot 15% waarvan er een deel van studenten zich niet eens bewust is van het feit dat hij/zij hoogbegaafd is. Simone Eringfeld, zelf hoogbegaafd, onderwijskundige, coach en verbonden aan de University of Cambridge, begeleidt begaafde scholieren en studenten in hun talentontwikkeling. In het Parool van 10 maart 2021 stelt zij dat hoogbegaafden misschien wel uitvallen omdat ze te slim zijn om te studeren, waardoor er uiteindelijk cognitief talent verloren gaat. Het probleem is echter dat je niet meteen denkt aan hoogbegaafdheid als een student al aan meerdere studies is begonnen, uiteindelijk geen diploma ontvangt, een langstudeerder wordt en wat aanmoddert, teleurgesteld en boos is op zichzelf en gefrustreerd raakt omdat het onderwijssysteem een systeem is waarin hij/zij zich niet huis voelt. Je zal deze student misschien eerder als lui bestempelen dan als hoogbegaafd.
Het herkennen, begeleiden en ondersteunen van deze groep (verborgen) hoogbegaafde studenten is noodzakelijk om uitval vanwege deze reden te voorkomen en verminderen. Het in 2019 opgerichte netwerk Hoogbegaafden Hoger Onderwijs (HB-HO) onderschrijft de noodzaak en dit landelijke netwerk stelt zichzelf tot doel om Hogescholen en Universiteiten te informeren over het belang van begeleiding en ondersteuning van hoogbegaafden studenten. De vraag is natuurlijk wat oorzaken van uitval zijn onder hoogbegaafde studenten. Zodra deze in beeld zijn is het mogelijk te zoeken naar oplossingen.
UITDAGING
Voor Simone bleek de oplossing te liggen in uitdaging. Nadat ze na vijf maanden stopte met haar eerste studie besloot ze zich uiteindelijk in te schrijven voor drie studies. Achteraf gezien was het de uitdaging die ze miste in het jaar dat ze zich voor slechts één studie had ingeschreven. Doordat de studiestof te makkelijk is, het tempo mogelijk te laag ligt en verveling snel toeslaat als een specifieke studie niet tegemoet komt aan de brede interesses en informatiebehoefte van een hoogbegaafde student kan deze snel verveeld raken met als gevolg dat het hen aan motivatie ontbreekt om zich te storten op de studie.
BEGELEIDING
Simone heeft tijdens haar Masterstudie aan de Cambridge universiteit ervaren dat de manier waarop daar het onderwijs is ingericht heel erg goed bij haar paste. Het komt neer op individuele begeleiding. Er was een tutor die zich bekommerde om haar welzijn en een supervisor die probeerde in de begeleiding Simone als denker, onderzoeker en wetenschapper naar een hoger level te tillen. Deze aanpak lijkt bij te dragen aan studiesucces: de cijfers tonen namelijk aan dat in Cambridge de studieuitval van eerstejaarsstudenten gemiddeld rond 1 procent ligt terwijl in Nederland 17% van de gestarte eerstejaarsstudenten aan de universiteit uitvalt.
In Nederland is de overgang van de middelbare school naar de universiteit en hogeschool groot. De mate van begeleiding op de hogeschool en universiteit is in vergelijking met de begeleiding op de middelbare school minimaal. Op de hogeschool of universiteit wordt er al snel verwacht dat studenten zelfstandig aan de slag gaan met de leerstof. Hoogbegaafden die nog niet eerder veel moeite hebben moeten doen om te leren hebben vaak onvoldoende studievaardigheden ontwikkeld om dit goed op te pakken.
HELICOPTERVIEW
In ons onderwijssysteem bieden we leerstof vaak bottom-up aan. De hoeveelheid informatie wordt in delen opgeknipt om het voor studenten behapbaar te houden. Hoogbegaafde studenten hebben echter het gehele plaatje nodig om alles te kunnen overzien waarna zij zelf alle losse delen kunnen plaatsen, betekenis geven en begrijpen. Als het totale plaatje ontbreekt is het voor hen lastig om verbanden te leggen en de losstaande informatieonderdelen te onthouden en te reproduceren.
STRESS
Veel hoogbegaafde studenten zijn perfectionistisch. Ze leggen de lat hoog en hebben het gevoel dat er altijd nog meer informatie te vinden is en dat het beter kan. Coaches van hoogbegaafde studenten zien hun cliënten vaak struggelen met een laag zelfbeeld en faalangst. Hoogbegaafden hebben hoge verwachtingen van zichzelf. Om ervoor te zorgen dat ze zichzelf en hun omgeving niet teleurstellen besluiten hoogbegaafde studenten voor de veilige weg te kiezen en niet te leren. Gaan voor een 6 is dan een veilige optie, maar op een hogeschool of universiteit resulteert niet leren niet automatisch meer tot een voldoende. Tentamens zorgen hiermee voor stress: niet leren haalt de druk van de schouders, maar zorgt er ook voor dat er onvoldoende resultaten gehaald kunnen worden. Vermijdingsgedrag is een hoogbegaafde student om deze reden dan ook niet vreemd: liever het tentamen niet maken dan die enorme stress het hoofd te moeten bieden. Het tegenovergestelde is overigens ook mogelijk. Omdat de hoogbegaafde zich niet wil onderscheiden van de ander kan vermijden, onderpresteren en uitstelgedrag ook leiden tot in ieder geval niet te goed, en te succesvol presteren in de ogen van studiegenoten.
SENSITIVITEIT
Hoogbegaafde studenten zijn zoals al eerde beschreven vaak sensitief en emotioneel. Ze nemen veel prikkels waar, maar vinden deze (emotionele) prikkels lastig een plek te geven in hun vaak rationeel ingestelde leven. Het zich anders voelen wordt met name opgeroepen in communicatie en interactie met studiegenoten. Dit kan leiden tot een gevoel van onzekerheid (ik word niet begrepen), in twijfel en eenzaamheid (ik pas hier niet) en in somberheid wat tot gevolg kan hebben dat de studie gestaakt wordt.
Het is fantastisch om te zien dat het netwerk Hoogbegaafden Hoger Onderwijs (HB-HO) steeds meer voeten aan de grond krijgt in het hoger en universitair onderwijs. Maar dat we er nog lang niet zijn is duidelijk. Om de hoogbegaafde studenten volledig tot hun recht te laten komen is het nodig om kritisch te kijken naar de manier waarop het onderwijs en de begeleiding is ingericht. Studiebegeleiders, mentoren en decanen hebben meer kennis en tools nodig om hoogbegaafde studenten te herkennen en hen zo te begeleiden dat hun cognitieve talent volledig benut wordt.
Kijk ook eens bij de SVTP-training ‘Hoogbegaafdheid in het hoger onderwijs’.